Niederländisch
Detailübersetzungen für aan elkaar plakken (Niederländisch) ins Deutsch
aan elkaar plakken:
-
aan elkaar plakken (aaneen plakken)
ankleben; festkleben; zusammenkleben-
zusammenkleben Verb (klebe zusammen, klebst zusammen, klebt zusammen, klebte zusammen, klebtet zusammen, zusammengeklebt)
Übersetzung Matrix für aan elkaar plakken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ankleben | aan elkaar plakken; aaneen plakken | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; hechten; iets vastkleven; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken |
festkleben | aan elkaar plakken; aaneen plakken | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; hechten; iets vastkleven; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; samenplakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken |
zusammenkleben | aan elkaar plakken; aaneen plakken | aan elkaar kleven; aaneenplakken; klitten; lijmen; plakken; samenplakken; vastkleven; vastlijmen; vastplakken |