Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- ingewikkeld:
- inwikkelen:
-
Wiktionary:
- ingewikkeld → kompliziert
- ingewikkeld → kompliziert, aufwendig, erschwert
- inwikkelen → wickeln
Niederländisch
Detailübersetzungen für ingewikkeld (Niederländisch) ins Deutsch
ingewikkeld:
-
ingewikkeld (gecompliceerd; complex)
-
ingewikkeld (gewikkeld in)
Übersetzung Matrix für ingewikkeld:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | lastig; moeilijk | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
eingewickelt in | gewikkeld in; ingewikkeld | |
komplex | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | |
kompliziert | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | kritisch; moeilijk; problematisch |
schwierig | complex; gecompliceerd; ingewikkeld | afgezaagd; belastend; bezwarend; delicaat; eigenwijs; eigenzinnig; ellendig; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; hard; hardhoofdig; hardop; hinderlijk; keihard; koppig; kritiek; kritisch; langdraadig; langwijlig; lastig; luid; melig; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; moeilijk begaanbaar; netelig; onaangenaam; onwillig; oorverdovend; penibel; precair; problematisch; risicovol; riskant; rot; saai; storend; tegendraads; vervelend; weerbarstig; weerspannig |
verwickelt | gewikkeld in; ingewikkeld |
Verwandte Wörter für "ingewikkeld":
Synonyms for "ingewikkeld":
Antonyme für "ingewikkeld":
Verwandte Definitionen für "ingewikkeld":
Wiktionary Übersetzungen für ingewikkeld:
ingewikkeld
Cross Translation:
adjective
-
niet eenvoudig en zeer samengesteld
- ingewikkeld → kompliziert
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ingewikkeld | → kompliziert | ↔ complex — intricate |
• ingewikkeld | → kompliziert | ↔ complex — not simple or straightforward |
• ingewikkeld | → kompliziert | ↔ complicated — difficult or convoluted |
• ingewikkeld | → aufwendig; kompliziert | ↔ intricate — having a great deal of fine detail or complexity |
• ingewikkeld | → erschwert | ↔ compliqué — complexe, embrouillé. |
ingewikkeld form of inwikkelen:
-
inwikkelen (verpakken; emballeren; inpakken)
Konjugationen für inwikkelen:
o.t.t.
- wikkel in
- wikkelt in
- wikkelt in
- wikkelen in
- wikkelen in
- wikkelen in
o.v.t.
- wikkelde in
- wikkelde in
- wikkelde in
- wikkelden in
- wikkelden in
- wikkelden in
v.t.t.
- heb ingewikkeld
- hebt ingewikkeld
- heeft ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
- hebben ingewikkeld
v.v.t.
- had ingewikkeld
- had ingewikkeld
- had ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
- hadden ingewikkeld
o.t.t.t.
- zal inwikkelen
- zult inwikkelen
- zal inwikkelen
- zullen inwikkelen
- zullen inwikkelen
- zullen inwikkelen
o.v.t.t.
- zou inwikkelen
- zou inwikkelen
- zou inwikkelen
- zouden inwikkelen
- zouden inwikkelen
- zouden inwikkelen
en verder
- ben ingewikkeld
- bent ingewikkeld
- is ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
- zijn ingewikkeld
diversen
- wikkel in!
- wikkelt in!
- ingewikkeld
- inwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inwikkelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
einpacken | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken | emballeren; grijpen; inpakken; kartonneren; kelderen; klauwen; obsederen; pakken; uitbuiken; uitzakken; vangen; vatten; verstrikken; zakken |
einwickeln | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken | emballeren; inpakken; inpalmen; ompraten; overhalen; overreden; overtuigen; wikkelen |
verpacken | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken | emballeren; inpakken; kartonneren |
Wiktionary Übersetzungen für inwikkelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inwikkelen | → wickeln | ↔ swaddle — to bind a baby |