Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: aanwezig

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: aanwezig

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

aanwezig:
- anwesend; zugegen; vorrätig; auf Lager
Wiktionary:
- aanwezig → anwesend
- aanwezig → anwesend

Niederländisch

Detailübersetzungen für aanwezig (Niederländisch) ins Deutsch

aanwezig:

aanwezig Adjektiv

aanwezig (present!; tegenwoordig)
anwesend; zugegen
- anwesend Adjektiv
- zugegen Adjektiv
aanwezig (voorradig; in voorraad; voorhanden; op voorraad)
vorrätig; auf Lager
- vorrätig Adjektiv
- auf Lager Adjektiv

Übersetzung Matrix für aanwezig:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
vorrätig	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare
-	present
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
anwesend	aanwezig; present!; tegenwoordig
auf Lager	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare
zugegen	aanwezig; present!; tegenwoordig	eigentijds; hedendaags; modern

Verwandte Wörter für "aanwezig":

aanwezigheid, aanwezige

Synonyms for "aanwezig":

present

Antonyme für "aanwezig":

absent; weg

Verwandte Definitionen für "aanwezig":

wie ergens is¹
- alle leerlingen waren aanwezig vandaag¹

Wiktionary Übersetzungen für aanwezig:

aanwezig

adjective

tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen)
- aanwezig → anwesend

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwezig	→ anwesend	↔ present — in the immediate vicinity
• aanwezig	→ anwesend	↔ présent — Là où l’on est

Verwandte Übersetzungen für aanwezig

¹Muiswerk Woordenboek