Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: heem

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: heem

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

heem:
- Heimat; Haus und Herd; Heimatland; Heimatboden; Höfe; Bauernhof; Hof; Gut
Wiktionary:
- heem → Heim, zuhause, Wohnung

Niederländisch

Detailübersetzungen für heem (Niederländisch) ins Deutsch

heem:

heem [het ~] Nomen

het heem (thuis)
die Heimat; Haus und Herd; Heimatland; der Heimatboden
- Heimat [die ~] Nomen
- Haus und Herd [das ~] Nomen
- Heimatland [das ~] Nomen
- Heimatboden [der ~] Nomen
het heem (boerenerf; hof; erf)
die Höfe; der Bauernhof; der Hof; Gut
- Höfe [die ~] Nomen
- Bauernhof [der ~] Nomen
- Hof [der ~] Nomen
- Gut [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für heem:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Bauernhof	boerenerf; erf; heem; hof	boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve
Gut	boerenerf; erf; heem; hof	erf; grondgebied; onroerende goederen; onroerende zaken; terrein; territorium; vastgoed; vrachtgoed
Haus und Herd	heem; thuis
Heimat	heem; thuis	bakermat; geboortegrond; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland
Heimatboden	heem; thuis	bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland
Heimatland	heem; thuis	bakermat; geboorteland; land van herkomst; land van oorsprong; thuisland; vaderland
Hof	boerenerf; erf; heem; hof	binnenplaats; cour; hof; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Höfe	boerenerf; erf; heem; hof	onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed

Verwandte Wörter für "heem":

hemen

Wiktionary Übersetzungen für heem:

Cross Translation:

From	To	Via
• heem	→ Heim; zuhause; Wohnung	↔ home — house or structure in which someone lives