Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
niveau:
- niveau; plan; laag; peil; stand; graad; verdieping; etage; woonlaag; echelon; geleding; gradatie; mate; waterpas; pijlhoogte; klasse; hiërarchie; rangorde; volgorde; rang; fase; ontwikkelingsstadium; stadium; dimensieniveau
-
Wiktionary:
- niveau → niveau, etage, verdieping, nivo, peil
- niveau → waterpas, hoogte, niveau, verdieping
Französisch
Detailübersetzungen für niveau (Französisch) ins Niederländisch
niveau:
-
le niveau (couche; plan; degré; mesure; norme; gradation)
-
le niveau (degré; échelon; grade; gradation; ordre; rang; titre)
-
le niveau (étage)
-
le niveau (échelon; section)
-
le niveau (gradation; degré; mesure; rang)
-
le niveau
-
le niveau
-
le niveau
-
le niveau (ordre de préséance; hiérarchie; ordre; mise en ordre; arrangement; classement; position; échelon; échelle; ordonnance; gradation; titre; rang; degré; grade)
-
le niveau (phase de développement; phase; étape; époque; stade; temps; période; degré; cycle)
-
le niveau (niveau de dimension)
Übersetzung Matrix für niveau:
Synonyms for "niveau":
Wiktionary Übersetzungen für niveau:
niveau
Cross Translation:
noun
niveau
-
Outil servant à vérifier la planéité d’une surface
- niveau → niveau
-
Étage
- niveau → etage; verdieping
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• niveau | → waterpas | ↔ level — tool for finding whether a surface is level |
• niveau | → hoogte; niveau | ↔ level — distance relative to a given reference elevation |
• niveau | → verdieping; niveau | ↔ Ebene — Bauwesen: Geschoss, Etage in einem Gebäude |