Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
homme à tout faire:
-
Wiktionary:
homme à tout faire → manusje-van-alles
homme à tout faire → handige jongen, manusje-van-alles, duizendpoot -
Synonyms for "homme à tout faire":
factotum; intendant
-
Wiktionary:
Französisch
Detailübersetzungen für homme à tout faire (Französisch) ins Niederländisch
homme à tout faire: (*Wort und Satz getrennt)
- homme: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; persoon; iemand; wezen; individu; mensenkind; mens; menselijk wezen; manspersoon; goser; butler; kamerbediende; kamerdienaar; herenknecht; partner; levenspartner; heerschap; levensgezel; sujet
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- tout: alles; allemaal; alle; gehele; ruimte; heelal; universum; wereldruimte
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
homme à tout faire:
Synonyms for "homme à tout faire":
Wiktionary Übersetzungen für homme à tout faire:
homme à tout faire
Cross Translation:
noun
-
iemand die bekwaam is in het doen van allerlei verschillende klusjes
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• homme à tout faire | → handige jongen; manusje-van-alles | ↔ handyman — man who does odd tasks |
• homme à tout faire | → duizendpoot | ↔ jack of all trades — one competent in many endeavors |