Übersicht
Französisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
surmonter:
-
Wiktionary:
surmonter → bevangen, overwinnen, verslaan, zegevieren, overgaan, oversteken, te boven gaan, overtreffen, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven
surmonter → meesteren, overwinnen - User Contributed Translations for surmonter:
overwinnen, overstijgen
-
Wiktionary:
Französisch
Detailübersetzungen für surmonter (Französisch) ins Niederländisch
surmonter: (*Wort und Satz getrennt)
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- monter: beklimmen; monteren; in elkaar zetten; assembleren; stijgen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogstijgen; opgaan; naar boven gaan; omhooggaan; paardrijden; stijging; rijzen; omhoogrijzen; bestijgen; opstaan; verheffen; omhoogkomen; gaan staan; opstijgen; opvliegen; klimmen; opklimmen; opklauteren; omhoogstappen; opwerken; oprijden; vooruitkomen; jezelf opwerken; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; opheffen; heffen; tillen; optillen; ensceneren; in scene zetten; omhoog brengen; omhooglopen; naar boven brengen; naar boven dragen; opwaarts dragen; omhoogdragen; naar boven tillen; opwaarts rijden; koppelen; lichten; oprijzen; hogerop komen; omhoog trekken; zich opwerken; bevorderd worden; opwaarts gaan; omhoogheffen; naar boven klimmen; naar boven trekken; naar boven stappen; omhoog rukken; omhoogrukken
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend
Wiktionary Übersetzungen für surmonter:
surmonter
Cross Translation:
verb
-
monter au-dessus.
- surmonter → bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• surmonter | → meesteren | ↔ bewältigen — (transitiv) ein schwerwiegendes Erlebnis oder ein Gefühl innerlich verarbeiten |
• surmonter | → overwinnen | ↔ overcome — surmount, get the better of |
• surmonter | → overwinnen | ↔ surmount — to get over; to overcome |