Französisch
Detailübersetzungen für dire du mal (Französisch) ins Niederländisch
dire du mal: (*Wort und Satz getrennt)
- dire: zeggen; beschrijven; uiteenzetten; mededelen; spreken; praten; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren; vertellen; verhalen; verhaal vertellen; uiten; uitdrukken; verwoorden; vertolken; uiting geven aan; uitdrukking geven aan
- devoir: willen; moeten; believen; dienen; verplicht zijn; plicht; werkstuk; verhandeling; schrijfwerk; probleem; moeilijkheid; ingewikkeldheid; schuldig zijn
- déçu: betrokken; teleurgesteld; sip; beteuterd; wijsgemaakt
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan
- MAL: Modeling Abstraction Layer; MAL
- mal: slecht; rot; vergaan; bedorven; verrot; rottig; pijn; leed; erg; ernstig; kwalijk; van bedenkelijke aard; gemeen; vals; min; ziekte; ongemak; kwaadwillig; ongerief; met slechte intentie; moeite; last; inspanning; soesa; klacht; bezwaar; grief; het klagen; zeer; verkeerd; ongepast; onkies; onvertogen; ongesteld; menstruerend; pijn doen; ergernis; onaanvaardbaar; onacceptabel; chagrijn; zeer doen; snood; leed aandoend