Englisch

Detailübersetzungen für simplification (Englisch) ins Niederländisch

simplification:

simplification [the ~] Nomen

  1. the simplification (reduction; conversion)
    de simplificatie; de vereenvoudiging; de herleiding
  2. the simplification
    de vereenvoudiging
  3. the simplification
    de simplificatie
  4. the simplification (facilitation)
    de vergemakkelijking

Übersetzung Matrix für simplification:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
herleiding conversion; reduction; simplification
simplificatie conversion; reduction; simplification
vereenvoudiging conversion; reduction; simplification
vergemakkelijking facilitation; simplification
- reduction

Verwandte Wörter für "simplification":


Synonyms for "simplification":


Verwandte Definitionen für "simplification":

  1. the act of reducing complexity1
  2. elimination of superfluous details1
  3. an explanation that omits superfluous details and reduces complexity1

Wiktionary Übersetzungen für simplification:

simplification
noun
  1. act of simplifying

Cross Translation:
FromToVia
simplification herleiding; inkrimping; reductie; zetting; vereenvoudiging; verkleining; afslag; korting; rabat; besnoeiing; vermindering réductionaction de diminuer, de réduire ou de se réduire, résultat de cette action.

simplification form of simplify:

to simplify Verb (simplifies, simplified, simplifying)

  1. to simplify (moderate)
    vereenvoudigen; vergemakkelijken; simplificeren; bemakkelijken; versoberen
    • vereenvoudigen Verb (vereenvoudig, vereenvoudigt, vereenvoudigde, vereenvoudigden, vereenvoudigd)
    • vergemakkelijken Verb (vergemakkelijk, vergemakkelijkt, vergemakkelijkte, vergemakkelijkten, vergemakkelijkt)
    • simplificeren Verb (simplificeer, simplificeert, simplificeerde, simplificeerden, gesimplifeerd)
    • bemakkelijken Verb (bemakkelijk, bemakkelijkt, bemakkelijkte, bemakkelijkten, bemakkelijkt)
    • versoberen Verb (versober, versobert, versoberde, versoberden, versoberd)
  2. to simplify (trace back; reduce)
    herleiden; terugvoeren
    • herleiden Verb (herleid, herleidt, herleidde, herleidden, herleid)
    • terugvoeren Verb (voer terug, voert terug, voerde terug, voerden terug, teruggevoerd)
  3. to simplify (remove; transfer; shift; )
    disloqueren; verplaatsen; verschuiven; verleggen; verschikken; verzetten; roeren; vervoeren
    • disloqueren Verb (disloqueer, disloqueert, disloqueerde, disloqueerden, gedisloqueerd)
    • verplaatsen Verb (verplaats, verplaatst, verplaatste, verplaatsten, verplaatst)
    • verschuiven Verb (verschuif, verschuift, verschoof, verschoven, verschoven)
    • verleggen Verb (verleg, verlegt, verlegde, verlegden, verlegd)
    • verschikken Verb (verschik, verschikt, verschikte, verschikten, verschikt)
    • verzetten Verb (verzet, verzette, verzetten, verzet)
    • roeren Verb (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • vervoeren Verb (vervoer, vervoert, vervoerde, vervoerden, vervoerd)

Konjugationen für simplify:

present
  1. simplify
  2. simplify
  3. simplifies
  4. simplify
  5. simplify
  6. simplify
simple past
  1. simplified
  2. simplified
  3. simplified
  4. simplified
  5. simplified
  6. simplified
present perfect
  1. have simplified
  2. have simplified
  3. has simplified
  4. have simplified
  5. have simplified
  6. have simplified
past continuous
  1. was simplifying
  2. were simplifying
  3. was simplifying
  4. were simplifying
  5. were simplifying
  6. were simplifying
future
  1. shall simplify
  2. will simplify
  3. will simplify
  4. shall simplify
  5. will simplify
  6. will simplify
continuous present
  1. am simplifying
  2. are simplifying
  3. is simplifying
  4. are simplifying
  5. are simplifying
  6. are simplifying
subjunctive
  1. be simplified
  2. be simplified
  3. be simplified
  4. be simplified
  5. be simplified
  6. be simplified
diverse
  1. simplify!
  2. let's simplify!
  3. simplified
  4. simplifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Übersetzung Matrix für simplify:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bemakkelijken moderate; simplify
disloqueren convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform dislocate
herleiden reduce; simplify; trace back
roeren convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform churn; mix; stir; touch
simplificeren moderate; simplify
terugvoeren reduce; simplify; trace back
vereenvoudigen moderate; simplify
vergemakkelijken moderate; simplify
verleggen convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform move
verplaatsen convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform move; move over; remove; shift
verschikken convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform
verschuiven convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform move; nudge; postpone; push; put off
versoberen moderate; simplify
vervoeren convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform carry; carry away; intoxicate; thrill; transport
verzetten convert; dislocate; move; reduce; remove; resolve; shift; simplify; trace back; transfer; transform fight back; move over; resist; struggle

Verwandte Wörter für "simplify":


Synonyms for "simplify":


Antonyme für "simplify":


Verwandte Definitionen für "simplify":

  1. make simpler or easier or reduce in complexity or extent1
    • We had to simplify the instructions1
    • this move will simplify our lives1

Wiktionary Übersetzungen für simplify:

simplify
verb
  1. to make simpler
simplify
verb
  1. iets eenvoudiger of makkelijker maken