Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
- final:
-
Wiktionary:
- final → definitief, ultiem, finaal, laatste, uiteindelijk
- final → finale, eindronde, eindexamen
- final → definitief, onherroepelijk, vast
-
User Contributed Translations for final:
- als laatste
Englisch
Detailübersetzungen für final (Englisch) ins Niederländisch
final:
-
final (definite; established)
vastgesteld; definitief; vaststaand; permanent-
vastgesteld Adjektiv
-
definitief Adjektiv
-
vaststaand Adjektiv
-
permanent Adjektiv
-
-
final (finally; ultimately; at last; eventually)
uiteindelijk-
uiteindelijk Adjektiv
-
-
final (irrevocable)
definitieve-
definitieve Adjektiv
-
-
final (forever; definitely; permanently; once and for all)
voorgoed; definitief; onverandelijk; permanent-
voorgoed adv
-
definitief Adjektiv
-
onverandelijk Adjektiv
-
permanent Adjektiv
-
-
final (hindmost; last; closing)
-
final
-
final (decisive; paramount; crucial; critical; vital)
-
final (unconditional; definitely; absolutely; indisputable; certain; absolute; certainly; undoubted; sure; positive)
onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale-
onvoorwaardelijk Adjektiv
-
absoluut Adjektiv
-
zeker Adjektiv
-
pertinent Adjektiv
-
vaststaand Adjektiv
-
volstrekt Adjektiv
-
vast en zeker Adjektiv
-
ten enenmale Adjektiv
-
-
the final
-
the final (end)
Übersetzung Matrix für final:
Verwandte Wörter für "final":
Synonyms for "final":
Verwandte Definitionen für "final":
Wiktionary Übersetzungen für final:
final
Cross Translation:
adjective
final
-
last; ultimate
- final → definitief; ultiem; finaal; laatste
-
contest that narrows a field of contestants
- final → finale
-
sports: last round in a contest
-
test or examination given at the end of a term or class
- final → eindexamen
-
the last one, the ending
- final → finale
adjective
-
uiteindelijk
-
afsluitend, niet tussendoor maar op het eind komend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• final | → definitief | ↔ endgültig — ein für alle Mal, nicht mehr änderbar |
• final | → definitief; onherroepelijk; vast | ↔ définitif — Qui régler, fixer de manière qu’on n’y devoir plus revenir. |