Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. reed:
  2. Wiktionary:
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. rijden:
  2. Wiktionary:


Englisch

Detailübersetzungen für reed (Englisch) ins Niederländisch

reed:

reed Adjektiv

  1. reed (wicker; cane; rush)
    rieten

reed [the ~] Nomen

  1. the reed
    muziek; het rietje

Übersetzung Matrix für reed:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
muziek music
rietje reed cane; cane to strike with; drinking straw; straw
- beating-reed instrument; reed instrument; vibrating reed
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rieten cane; reed; rush; wicker
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
muziek reed after beat

Synonyms for "reed":

  • gramineous plant; graminaceous plant
  • Reed; John Reed; journalist; communist; commie
  • Walter Reed; surgeon; operating surgeon; sawbones
  • vibrating reed; vibrator
  • beating-reed instrument; reed instrument; woodwind; woodwind instrument; wood

Verwandte Definitionen für "reed":

  1. a musical instrument that sounds by means of a vibrating reed1
  2. a vibrator consisting of a thin strip of stiff material that vibrates to produce a tone when air streams over it1
    • the clarinetist fitted a new reed onto his mouthpiece1
  3. tall woody perennial grasses with hollow slender stems especially of the genera Arundo and Phragmites1

Wiktionary Übersetzungen für reed:

reed
noun
  1. grass-like plant
  2. hollow stem
  3. -
reed
noun
  1. plantensoort
  2. onderdeel muziekinstrument
adjective
  1. gemaakt van riet

Cross Translation:
FromToVia
reed riet RiedBotanik, niederdeutsch: Schilf
reed hengel; staf; stok canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
reed riet roseau — (botanique) courant|fr Nom courant du phragmite (w|Phragmites australis).

Reed:


Übersetzung Matrix für Reed:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- John Reed; Walter Reed

Verwandte Definitionen für "Reed":

  1. United States physician who proved that yellow fever is transmitted by mosquitoes (1851-1902)1
  2. United States journalist who reported on the October Revolution from Petrograd in 1917; founded the Communist Labor Party in America in 1919; is buried in the Kremlin in Moscow (1887-1920)1

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für reed



Niederländisch

Detailübersetzungen für reed (Niederländisch) ins Englisch

reed form of rijden:

rijden Verb (rijd, rijdt, reed, reden, gereden)

  1. rijden (karren)
    to ride; to drive; to operate
    • ride Verb (rides, rode, riding)
    • drive Verb (drives, drove, driving)
    • operate Verb (operates, operated, operating)

Konjugationen für rijden:

o.t.t.
  1. rijd
  2. rijdt
  3. rijdt
  4. rijden
  5. rijden
  6. rijden
o.v.t.
  1. reed
  2. reed
  3. reed
  4. reden
  5. reden
  6. reden
v.t.t.
  1. heb gereden
  2. hebt gereden
  3. heeft gereden
  4. hebben gereden
  5. hebben gereden
  6. hebben gereden
v.v.t.
  1. had gereden
  2. had gereden
  3. had gereden
  4. hadden gereden
  5. hadden gereden
  6. hadden gereden
o.t.t.t.
  1. zal rijden
  2. zult rijden
  3. zal rijden
  4. zullen rijden
  5. zullen rijden
  6. zullen rijden
o.v.t.t.
  1. zou rijden
  2. zou rijden
  3. zou rijden
  4. zouden rijden
  5. zouden rijden
  6. zouden rijden
en verder
  1. ben gereden
  2. bent gereden
  3. is gereden
  4. zijn gereden
  5. zijn gereden
  6. zijn gereden
diversen
  1. rijd!
  2. rijdt!
  3. gereden
  4. rijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

rijden [znw.] Nomen

  1. rijden (autorijden)
    the drive

Übersetzung Matrix für rijden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
drive autorijden; rijden aandrift; aandrijving; daadkracht; dagreis; diskettestation; drift; drijfjacht; dynamiek; energie; esprit; excursie; fut; gang; heenrit; impuls; inrit; instinct; klopjacht; kracht; momentum; motor; oprijlaan; oprit; prikkel; puf; reis; rijtochtje; rijtoer; rit; schijfstation; station; stimulans; stuwkracht; tocht; tochtje; toer; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje; voortstuwing; werklust
operate ageren; handelen
ride heenrit; rijtoer
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
drive karren; rijden aan het stuur zitten; aandrijven; aansporen; aanzetten; berijden; een paard mennen; heien; mennen; opkrikken; opwekken; opzwepen; prikkelen; sterk prikkelen; stimuleren; sturen; zenden
operate karren; rijden bedienen; handelen; knoppen bedienen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; werken
ride karren; rijden berijden; paardrijden

Verwandte Definitionen für "rijden":

  1. in een voertuig vervoeren2
    • kun jij mij naar huis rijden?2
  2. vooruit komen2
    • deze auto kan niet meer rijden2

Wiktionary Übersetzungen für rijden:

rijden
verb
  1. zich verplaatsen met behulp van een voertuig
  2. zich voortbewegen op een rijdier (bijv. een paard)
rijden
verb
  1. convey (a person, etc) in a wheeled motorized vehicle
  2. operate (a wheeled motorized vehicle)
  3. to ride a cycle
  4. to transport oneself by sitting on and directing a horse, bicycle etc.
  5. to be transported in a vehicle as a passenger

Cross Translation:
FromToVia
rijden ride; ride on horseback reiten — (intransitiv) Hilfsverb „sein“, seltener „haben“: sich auf dem Rücken eines Reittieres (besonders eines Pferdes) befinden und sich mit dessen Hilfe fortbewegen
rijden fare; ride; travel; drive; wend allerse déplacer jusqu'à un endroit.
rijden ride chevaucher — Aller à cheval


Wiktionary Übersetzungen für reed:

reed
noun
  1. The line from the vessel to its anchor

Computerübersetzung von Drittern: