Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
- announcing:
-
announce:
- melden; berichten; meedelen; rapporteren; informeren; verslag uitbrengen; aankondigen; annonceren; bekendmaken; proclameren; afkondigen; aandienen; iets aankondigen; aanschrijven; kennis geven; konde doen; aanzeggen; verkondigen; mening kenbaar maken; zich aandienen; zich voordoen; in aantocht zijn; adverteren; per advertentie aankondigen
-
Wiktionary:
- announce → verklaren, uitspreken, declareren, verkonden, verkondigen, aankondigen, aandienen, mededelen
- announce → aankondigen, verkondigen, bekendmaken, annonceren, adverteren, aandienen, inschuiven, instoppen, indoen, inleggen, inzetten, binnenleiden, inleiden, invoeren, steken, insteken, afkondigen, openbaar maken, publiceren, ruchtbaar maken
Englisch
Detailübersetzungen für announcing (Englisch) ins Niederländisch
announcing:
-
the announcing (advertisement; advertising; advert; ad; advertizement; advertizing)
-
the announcing (giving notice of; proclaiming)
Übersetzung Matrix für announcing:
Verwandte Wörter für "announcing":
announcing form of announce:
-
to announce (report; inform; state)
melden; berichten; meedelen; rapporteren; informeren; verslag uitbrengen-
verslag uitbrengen Verb (breng verslag uit, brengt verslag uit, bracht verslag uit, brachten verslag uit, verslag uitgebracht)
-
to announce (proclaim)
-
to announce (proclaim; declare; state; expound)
-
to announce (inform)
-
to announce (inform)
-
to announce (give notice of)
-
to announce (make one's opinion known; impart; state; communicate; intimate; inform)
-
to announce
zich aandienen; zich voordoen; in aantocht zijn-
zich aandienen Verb
-
zich voordoen Verb
-
in aantocht zijn Verb
-
-
to announce (advertise; advertize)
Konjugationen für announce:
present
- announce
- announce
- announces
- announce
- announce
- announce
simple past
- announced
- announced
- announced
- announced
- announced
- announced
present perfect
- have announced
- have announced
- has announced
- have announced
- have announced
- have announced
past continuous
- was announcing
- were announcing
- was announcing
- were announcing
- were announcing
- were announcing
future
- shall announce
- will announce
- will announce
- shall announce
- will announce
- will announce
continuous present
- am announcing
- are announcing
- is announcing
- are announcing
- are announcing
- are announcing
subjunctive
- be announced
- be announced
- be announced
- be announced
- be announced
- be announced
diverse
- announce!
- let's announce!
- announced
- announcing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Übersetzung Matrix für announce:
Verwandte Wörter für "announce":
Synonyms for "announce":
Verwandte Definitionen für "announce":
Wiktionary Übersetzungen für announce:
announce
Cross Translation:
verb
announce
-
to pronounce; declare by judicial sentence
- announce → verklaren; uitspreken; declareren
-
to give public notice, or first notice of
- announce → declareren; verkonden; verkondigen; aankondigen
verb
-
(overgankelijk) de komst melden van
-
bekendmaken
-
doen vernemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• announce | → aankondigen | ↔ ankündigen — darüber informieren, was sein wird |
• announce | → verkondigen; bekendmaken | ↔ verkünden — (transitiv) öffentlich sagen |
• announce | → annonceren; adverteren; aankondigen; aandienen | ↔ annoncer — Faire connaître. |
• announce | → inschuiven; instoppen; indoen; inleggen; inzetten; binnenleiden; inleiden; invoeren; steken; insteken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |
• announce | → afkondigen; openbaar maken; publiceren; ruchtbaar maken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen | ↔ publier — rendre public et notoire. |
Computerübersetzung von Drittern: