Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- verleumden:
-
Wiktionary:
- verleumden → belasteren
- verleumden → denigreren, kleineren, smaden, verguizen, lasteren, vals beschuldigen, belasteren, kwaadspreken, roddelen
Deutsch
Detailübersetzungen für verleumden (Deutsch) ins Niederländisch
verleumden:
-
verleumden (lästern)
-
verleumden (vorwerfen; schätzen; verweisen; rügen; blamieren; entgegenhalten; nachtragen; vorhalten; tadeln; entnehmen; ermahnen; hinhalten; bestrafen; fortführen; schelten; verteufeln; vorrücken; fortschaffen; wegschaffen; zurechtweisen; verketzern; hinterhertragen)
-
verleumden (jemandem etwas nachtragen; verweisen; blamieren; zurechtweisen; vorhalten; schelten; nachtragen; vorwerfen; rügen; vorrücken; tadeln; entgegenhalten; nachtragend sein)
-
verleumden (schwärzen)
Konjugationen für verleumden:
Präsens
- verleumde
- verleumdest
- verleumdet
- verleumden
- verleumdet
- verleumden
Imperfekt
- verleumdete
- verleumdetest
- verleumdete
- verleumdeten
- verleumdetet
- verleumdeten
Perfekt
- habe verleumdet
- hast verleumdet
- hat verleumdet
- haben verleumdet
- habt verleumdet
- haben verleumdet
1. Konjunktiv [1]
- verleumde
- verleumdest
- verleumde
- verleumden
- verleumdet
- verleumden
2. Konjunktiv
- verleumdete
- verleumdetest
- verleumdete
- verleumdeten
- verleumdetet
- verleumdeten
Futur 1
- werde verleumden
- wirst verleumden
- wird verleumden
- werden verleumden
- werdet verleumden
- werden verleumden
1. Konjunktiv [2]
- würde verleumden
- würdest verleumden
- würde verleumden
- würden verleumden
- würdet verleumden
- würden verleumden
Diverses
- verleumd!
- verleumdet!
- verleumden Sie!
- verleumdet
- verleumdend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für verleumden:
Synonyms for "verleumden":
Wiktionary Übersetzungen für verleumden:
verleumden
Cross Translation:
verb
-
iemands goede naam geweld aandoen met onware aantijgingen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verleumden | → denigreren; kleineren | ↔ denigrate — to criticise so as to besmirch |
• verleumden | → kleineren; denigreren | ↔ denigrate — to treat as worthless |
• verleumden | → smaden | ↔ slander — utter a slanderous statement |
• verleumden | → verguizen | ↔ vilify — say defamatory things about |
• verleumden | → lasteren; vals beschuldigen; belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ calomnier — attaquer, blesser quelqu’un par des calomnies. |
• verleumden | → belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ diffamer — décrier, chercher à déshonorer, à nuire à la réputation par ses paroles ou par ses écrits. |