Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
unbeugsam:
- star; verstard; strak; onbuigbaar; onbuigzaam; onverzettelijk; taai; stug; stijfkoppig; stijf; stroef; houterig; stram; stijve
Deutsch
Detailübersetzungen für unbeugsam (Deutsch) ins Niederländisch
unbeugsam:
-
unbeugsam (starr; steif; erstarrt; starrköpfig)
-
unbeugsam
onbuigbaar-
onbuigbaar Adjektiv
-
-
unbeugsam (dickköpfig; starr; trotzig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig; starrsinnig)
onbuigzaam; onverzettelijk; taai; stug; stijfkoppig-
onbuigzaam Adjektiv
-
onverzettelijk Adjektiv
-
taai Adjektiv
-
stug Adjektiv
-
stijfkoppig Adjektiv
-
-
unbeugsam (stramm; steif; schwerfällig; starr; straff; hölzern; streng; prall; stier; standhaft; starrköpfig; rauh; hauteng; unerschütterlich; schneidig; unverwandt; stelzbeinig)
Übersetzung Matrix für unbeugsam:
Synonyms for "unbeugsam":
Computerübersetzung von Drittern: