Deutsch
Detailübersetzungen für köstlich (Deutsch) ins Niederländisch
köstlich:
-
köstlich (herrlich)
smakelijk; heerlijk; lekker; reuzelekker; kostelijk; verrukkelijk; zalig; hemels; overheerlijk-
smakelijk Adjektiv
-
heerlijk Adjektiv
-
lekker Adjektiv
-
reuzelekker Adjektiv
-
kostelijk Adjektiv
-
verrukkelijk Adjektiv
-
zalig Adjektiv
-
hemels Adjektiv
-
overheerlijk Adjektiv
-
-
köstlich (vortrefflich; herrlich; himmlisch; göttlich; ausgezeichnet; vorzüglich; auserlesen; formidabel; hervorragend)
heerlijk; paradijselijk; goddelijk; verrukkelijk; hemels; zalig-
heerlijk Adjektiv
-
paradijselijk Adjektiv
-
goddelijk Adjektiv
-
verrukkelijk Adjektiv
-
hemels Adjektiv
-
zalig Adjektiv
-
-
köstlich (ausgezeichnet; herrlich; vortrefflich; vorzüglich; himmlisch; formidabel; hervorragend)
verrukkelijk; mieters; heerlijk; zalig-
verrukkelijk Adjektiv
-
mieters Adjektiv
-
heerlijk Adjektiv
-
zalig Adjektiv
-
-
köstlich (hervorragend; wunderschön; einzigartig; toll; großartig; stolz; einmalig; fabelhaft; prächtig; einzig; genial; famos)
uitstekend; heerlijk; kostelijk; voortreffelijk-
uitstekend Adjektiv
-
heerlijk Adjektiv
-
kostelijk Adjektiv
-
voortreffelijk Adjektiv
-
-
köstlich (verherrlicht; herrlich; selig; heilig; himmlisch; gottselig; wonnig; glorreich)
heilig; verheerlijkt; glorierijk; zalig-
heilig Adjektiv
-
verheerlijkt Adjektiv
-
glorierijk Adjektiv
-
zalig Adjektiv
-
-
köstlich (unschätzbar; unbezahlbar)
onschatbaar-
onschatbaar Adjektiv
-
-
köstlich (unbezahlbar; unschätzbar)
onbetaalbaar-
onbetaalbaar Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für köstlich:
Synonyms for "köstlich":
Wiktionary Übersetzungen für köstlich:
köstlich
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• köstlich | → heerlijk; smakelijk; lekker | ↔ delicious — pleasing to taste |
• köstlich | → subliem; verheven; zielsverheffend; goddelijk; heerlijk | ↔ divin — Qui est de Dieu, qui appartenir à Dieu, à un dieu. |
• köstlich | → delicaat; fijn; gevoelig; iel; kies; kieskeurig; tactvol; teder; teer | ↔ délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié. |
• köstlich | → heerlijk; beeldig; betoverend; verrukkelijk; goddelijk; zalig | ↔ délicieux — Qui procure des délices. |