Deutsch
Detailübersetzungen für geschikt sein (Deutsch) ins Niederländisch
geschikt sein:
-
geschikt sein (passen; gefallen; taugen; konvenieren; schmecken)
conveniëren; geschikt zijn; uitkomen; passen; deugen; passend zijn-
geschikt zijn Verb (ben geschikt, bent geschikt, is geschikt, was geschikt, waren geschikt, geschikt geweest)
-
passend zijn Verb (ben passend, bent passend, is passend, was passend, waren passend, passend geweest)