"verschiffung" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Verschiffung:
- vervoer; overbrenging; verplaatsing; afvoer; transport; verscheping; verschepen; inladen; verlading

Deutsch

Detailübersetzungen für Verschiffung (Deutsch) ins Niederländisch

die Verschiffung (Transport; Versetzung; Verladung; Einschiffung)
het vervoer; de overbrenging; de verplaatsing; de afvoer; het transport; de verscheping
- vervoer [het ~] Nomen
- overbrenging [de ~ (v)] Nomen
- verplaatsing [de ~ (v)] Nomen
- afvoer [de ~ (m)] Nomen
- transport [het ~] Nomen
- verscheping [de ~ (v)] Nomen
die Verschiffung
verschepen
- verschepen [znw.] Nomen
die Verschiffung (Einladen; Verladung; Einschiffung)
inladen; de verlading
- inladen [znw.] Nomen
- verlading [de ~ (v)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afvoer	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung	Entwässerung
inladen	Einladen; Einschiffung; Verladung; Verschiffung
overbrenging	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung
transport	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung	Datentransport; Frachttransport; Frachtverkehr; Güterbeförderung; Transport
verlading	Einladen; Einschiffung; Verladung; Verschiffung
verplaatsing	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung	Umzug
verschepen	Verschiffung
verscheping	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung
vervoer	Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
inladen		aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; verladen
verschepen		einschiffen; einsteigen; entern