"straße" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Straße:
- straat; weg; baan; straatweg; pokerterm voor straat; rijbaan; gedeelte van de weg; rijweg; rijstrook
Wiktionary:
- Straße → straat
- Straße → baan, weg, straat, nauw

Deutsch

Detailübersetzungen für Straße (Deutsch) ins Niederländisch

die Straße (Weg; Bahn; Strecke; Chaussee)
de straat
– verharde weg tussen twee rijen huizen ¹
- straat [de ~] Nomen
  - in welke straat woon jij?¹
de weg
– strook grond die geschikt is voor verkeer ¹
- weg [de ~ (m)] Nomen
  - die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen¹
de baan; de straatweg
- baan [de ~ (m)] Nomen
- straatweg [de ~ (m)] Nomen
die Straße
de straat; pokerterm voor straat
- straat [de ~] Nomen
- pokerterm voor straat [znw.] Nomen
die Straße (Fahrbahn; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Fahrspur; Straßenabschnitt)
de rijbaan; gedeelte van de weg; de rijweg; de rijstrook; de baan
- rijbaan [de ~] Nomen
- gedeelte van de weg [znw.] Nomen
- rijweg [de ~ (m)] Nomen
- rijstrook [de ~] Nomen
- baan [de ~ (m)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
baan	Bahn; Chaussee; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Weg	Arbeit; Arbeitsplatz; Arbeitsverhältnis; Bahn; Bahngleis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Funktion; Gleis; Piste; Position; Schienenweg; Stelle; Stellung; Strecke; Teilstrecke; Wirkungskreis
gedeelte van de weg	Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt
pokerterm voor straat	Straße
rijbaan	Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt	Fahrbahn
rijstrook	Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt
rijweg	Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt
straat	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg
straatweg	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg
weg	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Strecke; Teilstrecke
Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
weg		davon; futsch; hinaus; ksst; vergangen; verloren; verschwunden; von hier; weg

Straße

noun

Straße

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Straße	→ baan; weg; straat	↔ road — a way for travel
• Straße	→ straat	↔ straight — five cards in sequence
• Straße	→ straat; nauw	↔ strait — narrow channel of water
• Straße	→ straat	↔ street — paved part of road in a village or a town