Zahlungsunfähigkeit: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Deutsch

Detailübersetzungen für Zahlungsunfähigkeit (Deutsch) ins Niederländisch

die Zahlungsunfähigkeit (Insolvenz)
de insolventie; het onvermogen
- insolventie [de ~ (v)] Nomen
- onvermogen [het ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
insolventie	Insolvenz; Zahlungsunfähigkeit
onvermogen	Insolvenz; Zahlungsunfähigkeit	Hilflosigkeit; Kraftlosigkeit; Ohnmacht; Schlaffheit; Schwäche

Bankrott; Bankrottfall; Illiquidität; Insolvenz; Konkurs; Konkursfall; Pleite; Ruin; Zahlungseinstellung

Zahlungsunfähigkeit

noun

de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
- bankroet → Insolvenz; Zahlungsunfähigkeit; Bankrott; Pleite; Konkurs
faillissement, bankroet
- deconfiture → Pleite; Zahlungsunfähigkeit; Insolvenz; Bankrott; Konkurs
de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
- faillissement → Pleite; Zahlungsunfähigkeit