Deutsch
Detailübersetzungen für Speisetafel (Deutsch) ins Niederländisch
Speisetafel: (*Wort und Satz getrennt)
- Speise: gerecht; schotel; eten; maaltijd; diner; maal; voeding; voedsel; eetwaren; spijs; proviand; voedingsmiddelen
- Tafel: tafel; lijst; tabel; bord; schoolbord; eetbord; staaf; tablet; plak; reep; pastille; reep chocolade
- speisen: dineren; tafelen; uitgebreid eten; gebruiken; eten; nuttigen; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; voeren; voeden; schrokken; tegoed doen; voederen; eten geven; bikken; schransen; bunkeren; te eten geven; naar binnen werken; spijzigen; zitten proppen; vreten; opvreten; opeten; leegeten; spijzen; kluiven; knauwen; azen; prooizoeken
Wiktionary Übersetzungen für Speisetafel:
Speisetafel
noun
-
gedekte tafel
- dis → Tafel; Speisetafel