Deutsch
Detailübersetzungen für Verwaltungssitz (Deutsch) ins Niederländisch
Verwaltungssitz: (*Wort und Satz getrennt)
- Verwaltung: administratie; beheer; controle; zorg; toezicht; bescherming; bewaking; zeggenschap; hoede; bestuur; politiek; management; route; koers; Beheer
- Sitz: stoel; gestoelte; crapaud; huis; verblijf; thuis; woning; residentie; woonhuis; fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel; zetel; zitplaats; pasvorm