Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Gebrochen deutsch sprechen:
-
Wiktionary:
Gebrochen deutsch sprechen → steenkolenfrans, spreken
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Gebrochen deutsch sprechen (Deutsch) ins Niederländisch
Gebrochen deutsch sprechen: (*Wort und Satz getrennt)
- brechen: breken; stukbreken; aan stukken breken; sneuvelen; kapot gaan; stuk gaan; beëindigen; opheffen; afbreken; verbreken; ontbinden; forceren; stukmaken; moeren; kapotmaken; mollen; afknappen; er vanaf breken; inslaan; spugen; spuwen; verbrijzelen; knakken; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan
- gebrochen: stuk; kapot; gebroken; defect; onklaar; in stukken; aan stukken; stukgebroken; verbroken; buiten gebruik; beschadigd; gebarsten; ontevreden; doorbroken; misnoegd; gebelgd
- Deutsch: Duits
- deutsch: duits; Duits
- sprechen: spreken; praten; communiceren; in contact staan; een conversatie hebben; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren; vertellen; verhalen; verhaal vertellen
Wiktionary Übersetzungen für Gebrochen deutsch sprechen:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Gebrochen deutsch sprechen | → steenkolenfrans; spreken | ↔ parler français comme une vache espagnole — Mal parler le français, parler le français d'une manière incompréhensible. |