Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Leerraum:
-
Wiktionary:
Leerraum → bestek, speling, ruimte, wereldruim -
Synonyms for "Leerraum":
Auslassung; Hohlraum; Kavität; Leerstelle; Lücke; Zwischenraum
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Leerraum (Deutsch) ins Niederländisch
Leerraum: (*Wort und Satz getrennt)
- leer: leeg; ledig; onbezet; ijdel; ongevuld; vrij; loos; zonder taak; zonder inhoud; hol; inhoudsloos; blanco; onbeschreven; oningevuld; wazig; nietszeggend; glazig; wezenloos; uitdrukkingsloos; onbewoond; ongebruikt; onaangetast; onaangeroerd; ongeopend; onaangebroken
- Raum: vertrekken; kamer; vertrek; ruimte in een gebouw; zaal; grote kamer; ruimte; faciliteit; aparte vergaderruimte