Deutsch
Detailübersetzungen für Spielewürfel (Deutsch) ins Niederländisch
Spielewürfel: (*Wort und Satz getrennt)
- spielen: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; optreden; performen; acteren; een rol vertolken; onderscheiden; overtreffen; uitsteken; gokken; uitblinken; schitteren; excelleren; uitmunten; uitblinken boven; met geld spelen; simuleren; veinzen; fingeren; voorwenden; dramatiseren
- Würfel: dobbelsteen; teerling; blokje; kubus; klontje; klompje; klontertje