Rauschgift: deutsche und niederländische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Rauschgift:
- drugs; narcotica; dope; verslavend middel; drug; bedwelmend middel; genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel
Wiktionary:
- Rauschgift → drug
- Rauschgift → drug

Deutsch

Detailübersetzungen für Rauschgift (Deutsch) ins Niederländisch

Rauschgift (Drogen; Droge; Narkotikum)
de drugs; de narcotica; de dope
- drugs [de ~] Nomen, Plural
- narcotica [de ~] Nomen, Plural
- dope [de ~ (m)] Nomen
Rauschgift (Droge)
de dope; verslavend middel; de drug; bedwelmend middel
- dope [de ~ (m)] Nomen
- verslavend middel [znw.] Nomen
- drug [de ~ (m)] Nomen
- bedwelmend middel [znw.] Nomen
Rauschgift (Genußmittel; Droge)
de drug; het genotmiddel; stimulerend middel; opwekkend middel
- drug [de ~ (m)] Nomen
- genotmiddel [het ~] Nomen
- stimulerend middel [znw.] Nomen
- opwekkend middel [znw.] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bedwelmend middel	Droge; Rauschgift
dope	Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
drug	Droge; Genußmittel; Rauschgift
drugs	Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
genotmiddel	Droge; Genußmittel; Rauschgift
narcotica	Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
opwekkend middel	Droge; Genußmittel; Rauschgift
stimulerend middel	Droge; Genußmittel; Rauschgift	Anregungsmittel
verslavend middel	Droge; Rauschgift

Betäubungsmittel; Dope; Droge; Rauschmittel; Suchtgift; Suchtmittel; Suchtstoff; Stoff; Substanz

Rauschgift

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Rauschgift	→ drug	↔ drug — psychoactive substance ingested for recreational use, especially illegal and addictive one